maandag 26 april 2010

Cantate Domino - 4e zondag na Pasen

Ikoon - Johannes de Evanglist

Johannes 16 : 5 – 15 Wanneer de geest der waarheid komt

Het Johannes-evangelie is het enige van de vier evangeliën waarin Jezus tijdens het Laatste Avondmaal uitgebreid Zijn discipelen onderricht. Dit onderricht begint in het 13e hoofdstuk en eindigt met het Hogepriesterlijke Gebed in het 17e hoofdstuk. Vooruitlopend op de gebeurtenissen met Pinksteren kondigt Christus in dit onderricht de komst van de Heilige Geest aan, zoals bijvoorbeeld in het 14e hoofdstuk: ‘Dit heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik nog bij u verblijf; maar de Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.’ (Joh.14:25-26)
Ook beschrijft het Johannes-evangelie dat Christus al op de eerste dag na de verrijzenis zei: Ontvang Heilige Geest.
Hier gebruikt de Griekse tekst het woord παράκλητος (parakletos), wat kan betekenen: een gedagvaardigde, opgeroepen om te helpen, een pleitbezorger in een rechtszaak, bemiddelaar, helper, assistent. Later klinkt als andere naam ook: 'De Geest der Waarheid'.

Daarover zegt Rudolf Steiner in een voordracht:
Via een reeks gelijkenissen moeten de apostelen geleid worden tot het innerlijke wezen van het christendom. Bij de offerdood van Christus werd openlijk op het plan van de geschiedenis getoond wat zich eerder afspeelde binnen de cultus van de mysteriën, waar de inwijdelingen beleefden wat Lazarus onderging tijdens zijn symbolische dood van drie dagen. Door Christus moest dat naar buiten treden op het grote plan van de geschiedenis. Van nu af aan zou een mens ook verlost kunnen worden, wanneer hij geloofde, zonder zelf in de mysteriën geschouwd te hebben. Iedereen zou dat kunnen beleven, wanneer de Geest der Waarheid kwam. Deze verkondigt wat door de christelijke gebeurtenissen als een kracht in de wereldgeschiedenis is gelegd. “Wat toekomstig is, zal hij u vertellen.”
uit: Rudolf Steiner: Das christliche Mysterium (GA 97) Keulen - 13 Februar 1906

en in een andere voordracht:
Toen Christus de band van eenheid voor alle mensen schiep, moest bij deze daad van de Verlosser nog een tweede iets komen. Tussen de mensen, die zich voelen aangetrokken tot Christus, leven gevoelens die van mens tot mens stromen. Zijn daad is de grote verbinding die geest en het fysieke weer kan samenbrengen. Vandaag de dag exploiteren de mensen het fysieke nog ten dienste van het egoïsme. Eens moeten zij het gaan gebruiken in dienst van de geest. De Geest moet verenigd worden met de Zoon, zodat zij beiden in de Vader opgaan!
Christus zegt: “Niemand komt tot Vader dan door mij!” Iedereen zal zeggen: “Ik ben als een rank aan de wijnstok; Christus is mijn wijnstok.” Dan overwint Christus het egoïsme in de organismen van de mensheid. In de individuele Ikken moet de Vadergeest, de geest van de gemeenschappelijke oorsprong, binnentrekken; dan kan dat Ik scheppen door het Vaderprincipe; dan bouwt ieder Ik voor zichzelf een eigen huis en allen zijn dan toch door het Christusprincipe met elkaar vereend. "In het huis van mijn Vader zijn vele woningen ", zegt Christus. Daarmee zijn de woningen bedoeld die de Ikken voor zichzelf bouwen. Christus moet echter de woonplaatsen bereiden. Daarvoor moet de Geest komen, die de mensen verenigt: dat is de Geest der Waarheid.
Door de antroposofie moeten de mensen het gemeenschappelijke leren begrijpen. De antroposofie moet de hogere wijsheid brengen, de Geest der Waarheid. Men verschilt met elkaar van mening zo lang als men niet over het hoogste weten beschikt. De gnosticus noemde de mystiek “mathesis”, omdat in de mathematica niemand kan zeggen dat hij een andere mening heeft dan een ander. Over een wiskundige wet kunnen twee geleerden niet van mening verschillen. Daarbij komt het niet aan op menselijke wensen. Bij grote wijsheid moeten wij ons zelf bevrijden van onze wensen. Alleen degene die de Geest der Waarheid bestudeert, geheel zonder eigen wensen, is rijp die te ontvangen. Het hoogste weten verenigt de mensen; daarbij bestaat geen eigen mening en veronderstelling. De Geest der Waarheid moet de mensen overstralen. Dan kunnen zij nog zo zeer verdeeld zijn over hun verschillende woningen, de Geest de Waarheid zal hen verenigen. Opdat het huis, dat het Ik voor zichzelf bouwt, past binnen het geestelijke, moet de gemeenschappelijke Geest der Waarheid over de individuen heersen. Christus belooft aan zijn discipelen de Geest der Waarheid op het Pinksterfeest. De discipelen spreken dan in verschillende talen, zodat alle volkeren elkaar leren begrijpen. Al wordt het egoïsme steeds groter, ieder Ik zal de gemeenschapsgeest bezitten wanneer hij deel heeft aan de Geest der Waarheid. Wie zoiets nastreeft, moet leven in de geest van het Johannes-evangelie. Dat is ware wijsheid betreffende de mens, de antroposofie. Zoals alle planten zich naar de zon neigen en zij allemaal naar hem toe groeien op welke plaats ze ook staan, zo zullen alle Ikken zich wenden naar de Zon van de Geest, naar het geesteslicht van de Waarheid!

uit: Rudolf Steiner: Das christliche Mysterium (GA 97) Keulen, 8 maart 1907

De perikopennotitie uit 2009 kunt u vinden door hier te klikken.