vrijdag 25 september 2015

In het tijdperk van Michaël

Liane Collot d'Herbois
Afgaande op de situatie in de wereld - de vluchtingen vanuit het Middenoosten en Afrika naar Europa, de oorlogssituatie in die gebieden maar ook de reacties daarop in de politiek en publieke opinie - moeten er in onze tijd vele vragen ontstaan. Kinderen zien tegenwoordig veel, horen veel, via ouders of de media. Ze krijgen veel mee van wat er op het wereldtoneel speelt. En ook bij hen leven de vragen, die iedereen heeft: Wat gebeurt er allemaal in de wereld? Waarom is er oorlog? Wat is IS? Waarom die verschrikkingen? In wat voor tijd leven we toch?

Je zou je kunnen afvragen of men in de scholen waarneemt, dat kinderen/leerlingen eigenlijk hulp zouden kunnen gebruiken om de huidige wereldsituatie te begrijpen, te kunnen plaatsen. Veel van wat er nu op het wereldtoneel plaats vindt, treedt ook nog eens op onder de mantel van de religie. En zo kun je logischer wijs overal religie-afwijzende meningen horen: ‘Het heeft allemaal met geloof te maken. Religie daar moet je niet mee te maken willen hebben. Religies brengen alleen maar oorlog.’
Misschien is eventuele duiding van het wereldgebeuren niet alleen nodig voor de leerlingen in het Voortgezet Onderwijs, maar zelfs ook al binnen het Primaire Onderwijs. En is het ook voor onszelf niet belangrijk om te proberen een positie te bepalen? Niet om populistisch te ver-oordelen, maar om te proberen te oordelen en te duiden? Die laatste twee zijn juist belangrijk om met een bewust Ik-gevoel jezelf in de wereld staande te kunnen houden.

Emil Bock schreef:
Wie onafhankelijk en vrij in zijn tijd wil staan en tegen het levenslot opgewassen wil zijn, mag er niet mee volstaan, datgene wat zich uiterlijk om hem heen afspeelt slechts waar te nemen. Hij moet ernaar streven, door te dringen tot het innerlijke doel en tot de goddelijke plannen, waaruit het gebeuren van zijn tijd voortvloeit. Hij moet trachten te onderkennen, welke stand de wijzer op de wijzerplaat van de innerlijke wereldklok heeft bereikt.

In het hoofdstuk ‘In het tijdperk van Michaël’ uit zijn boek 'Michaël' deelt Emil Bock een aantal inzichten, waarmee wij misschien iets kunnen beginnen.

Vanuit aanwijzingen van Rudolf Steiner kunnen we leren dat omstreeks het jaar 1879 de aartsengel Gabriel (maan) de leiding van de tijdperken heeft overgedragen aan de aartsengel van de zon: Michaël. Dat de verschillende tijdperken in de aardegeschiedenis door geestelijke wezens geleid worden, is een oude wijsheid die terugvoert op kerkgeleerden als Agrippa von Nettesheim en zijn leermeester Johannes Trithemius. Door Rudolf Steiner zijn die aanwijzingen opnieuw geestelijk onderzocht, bevestigd en beschreven.

Wij leven dus in een tijdperk, dat onder leiding staat van de tijdgeest, die wij kennen als de aartsengel Michaël. Dit gegeven geeft ons al een richting om de gebeurtenissen in de wereld te leren duiden en begrijpen aan de hand van wat wij over Michaël weten. Wat is het namelijk karakter van een Michaëltijdperk? De laatste keer dat Michaël de leidende tijdgeest was, liep van ongeveer 700 tot ongeveer 300 voor Christus en misschien kan een blik op dat tijdperk in de geschiedenis ons een indruk geven van het karakter van onze eigen tijd. Emil Bock analyseerde het voor ons en er springen volgens hem drie duidelijke kenmerken in het oog van die zo belangrijke historische tijd:

- Het eerste is dit: nauwelijks enige andere tijd kan op een zo enorme rijkdom aan verlichte geestelijke leiders bogen als deze tijd. Waarheen we ook kijken op de wijde aardbol: overal komt het ons voor alsof we op een rijke, verlichte vergadering van grote geesten stoten. We kunnen ons niet genoeg verwonderen over de gelijktijdigheid daarvan. (Emil Bock)

In dat voorchristelijke tijdperk leefde de gehele reeks oudtestamentische profeten, van Jesaja, Jeremia, Ezechiël, Daniël, en Jona tot aan Ezra en Nehemia. Zij zijn de zonen van dat tijdperk van Michaël.
Ook in diezelfde tijd leefden en werkten in Griekenland de grote filosofen: Heraclitus, Pythagoras, Socrates, Plato en Aristoteles. In hen leefden de godgegeven gedachten waaruit ons huidige westerse denken is voorgekomen. Verder leefden toen en daar de scheppende kunstenaars, zoals de beeldhouwers Pericles, Phidias, Praxiteles, schrijvers als Aeschylus, Sophocles en Euripides en noem er nog meer.
In India wandelde in dat Michaëltijdperk de heilige Gautama Boeddha, de Verlichte, over de aarde. Een andere zoon van dat Michaëltijdperk was Zarathustra, de grote leraar van Perzië. En in het Verre Oosten leefden en werkten de Chinese wijzen Lao-tse en Confucius. Al die grote geesten waren boodschappers, werkend op aarde uit de grote inspiratie van Michaël. Een veelvoudig geestesleven is eruit voortgekomen.

- Het tweede kenmerk van de Michaëlstijd hangt ten nauwste met het eerste samen: het michaëlische tijdperk is geenszins een periode van rust en windstilte; grote stormen bruisten over de mensheid en hielden volkeren in een spanning en opwinding vol beproevingen.

Het volk van Israël werd in die tijd overvallen door de Assyriërs. Iets later, tijdens de Babylonische gevangenschap, bereikte het profetische geestesleven zijn hoogtepunten. Zowel het rijk van de Assyriërs als dat van de Babyloniërs met hun prachtige gebouwen, steden en symbolen van macht, duurde nauwelijks honderd jaar.
Daarna was er een volgend volk dat zijn macht wilde doen gelden: de Perzen. Het kleine volk van de Grieken versloeg vervolgens in de Perzische oorlogen de Aziatische zucht naar macht. Alexander de Grote trok tenslotte nog vóór het einde van dat Michaëlstijdperk naar het oosten. Hij veranderde daarna de gehele politieke en geestelijke ordening van de wereld.

Onvermoeibaar ploegt Michaël de akker van de mensheid om, opdat het geesteszaad, dat hij overvloedig uitstrooit, de kans krijgt om te gedijen. Veel van het oude moet vallen, opdat het nieuwe kan ontstaan. Goddelijke, michaëlische stormen zijn het die over de aarde vegen.

Dan noemt Emil Bock een derde kenmerk:

- Een derde kenmerk van dat laatste Michaëltijdperk is het stille wonder van een in alle landen tegelijk opstartende glans van het morgenrood. Overal is de gedachte van verlangen en hoop te onderkennen dat nu weldra een allerhoogst goddelijk wezen tot hulp en heil van de mensheid zal verschijnen.


Die verwachting trad in de meest verschillende gedaanten in de mensheid op. De profeten van het Oude Testament verkondigden luid de komst van de Messias. De Griekse filosofen probeerden met eerbied de scheppende kracht in de wereld te benaderen die zij, net als de evangelist Johannes, ‘Logos’ noemden. In Perzië profeteerde Zarathustra de menswording van de hoge zonnegeest Ahura Mazdao en zelfs Lao-tse sprak over het oerwoord Tao, het mysterie van de Logos. Het is het werk van de tijdgeest Michaël, dat overal de logos-gedachte of ook wel de Christus-gedachte oplichtte. Wat Johannes de Doper onder de mensen betekende als wegbereider van Christus, dat betekent het werk van de aarstengel Michaël onder de hogere hiërarchische rijken. Vooral wanneer Michaël de regent van een tijdperk is, bestaat zijn werkzaamheid uit het voorbereiden van een nieuwe Christusopenbaring. En zo waren de eeuwen die vooraf gingen aan onze jaartelling vervuld van lichtstralen, die al de zonsopgang van de incarnatie van Christus op aarde aankondigden.

Samengevat noemt Emil Bock deze drie karakteristieken:
  • een rijkdom aan geestelijk leven, geestelijke leiders
  • grote stormen van spanning en opwinding
  • voorbereiding op de werkzaamheid van het Christuswezen
De eerste karakteristiek blikt op het door Michaël geïnspireerde geestelijk leven en de tweede karakteristiek duidt op de enorme wilsimpuls, die vanuit Michaël in de mensheid werkzaam is. Dat alles in dienst van Christus en als voorbereiding op de komst van Christus.

Welke van deze kenmerken van het laatste tijdperk van Michaël zijn er nu in onze tegenwoordige Michaëlstijd te herkennen? Het duidelijkst dringt zich het tweede kenmerk aan ons op. In onze tijd kan niemand meer blind zijn voor het feit, dat wij in eeuwen leven die zelfs niet meer voor korte tijd het karakter van windstilte kunnen hebben. Misschien was omstreeks het jaar 1910 het michaëlische karakter van het tijdperk nog niet te onderkennen. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was toen echter méér dan een ontlading van een politiek conflict. Met het geweld van een kosmische catastrofe barstten uit de diepte van het bestaan spanningen en stormen los, die de ware dynamiek van het nieuwe tijdperk in de geschiedenis openbaarden. En slechts de oppervlakkige blik kan menen dat de stormen reeds uitgewoed zijn, als een acuut oorlogsgevaar weer eens afgewend is. De dynamiek van de wereldoorlog houdt in een gestadige climax aan, ook in de landen die toentertijd niet in de oorlogshandelingen betrokken zijn geweest. Wéér gaan er michaëlische worstelingen en stormen over de aarde; wéér is Hij aan het werk, die de mensen meedogenloos dooreen schudt en kneedt om hen geestelijke tot ontwaken te brengen. En de gedachte dat wij nog eeuwen van aanhoudende hoogspanning vóór ons hebben, behoeft ons niet te verontrusten: het is een voorrecht van het lot, een zoon of dochter van een Michaëlstijd te zijn.

Deze laatste passage schreef Emil Bock in 1937, twee jaar voor het uitbreken van de volgende wereldoorlog. Nog niet waren Chamberlain, Daladier, bij elkaar gekomen om met Hitler en Mussolini het Verdrag van München te tekenen, denkende dat een volgende oorlog daarmee voorkomen zou kunnen worden. Nog niet waren er aan het einde van de opnieuw verschrikkelijke Tweede Wereldoorlog, die in Europa en Azië tot bloedige strijd en onbegrijpelijke ontketening van helse situaties leidde, twee atoombommen gegooid. Nog niet was Europa verdeeld door het IJzeren Gordijn en werd de wereld met een Koude Oorlog in de klem gehouden. Er waren nog geen burgeroorlogen in Afrika noch in het Middenoosten of in Afghanistan. Nog niet waren er vliegtuigen in het WTC gevlogen, er was nog geen Golfoorlog, nog geen Arabische lente, nog geen oorlog in Syrië, nog geen IS of ISIS, nog niet kwamen de vele vluchtelingen uit Afrika en het Midden-oosten naar Europa. Dat alles stond nog te gebeuren.

De macht van Michaël ploegt de akker van de aarde niet met een ploeg van de beproevingen om, zonder daarna rijkelijk het zaad van de geest uit te strooien. Ook onze tijd zal niet verstoken blijven van geïnspireerde geestelijke leiders, zoals het laatste tijdperk van Michaël die had. Het zal er alleen op aankomen, dat men die menselijke boodschappers van de aartsengel ook herkent. De eerste door Michaël geïnspireerde baanbreker van de geest heeft zijn veelomvattende boodschap reeds gebracht: Rudolf Steiner. En stellig zullen in de vóór ons liggende tijden, als de heerschappij van Michaël naar haar hoogtepunt stijgt, vele heldere sterren aan de hemel van de mensheid opgaan.


Hoe staat het met het derde kenmerk, de voortekens van een nieuwe Christus-openbaring?
Ook in onze tijd wil Michaël door zijn machtvol werken aan de lotgevallen en aan de zielen de weg voor Christus bereiden. Ongeveer vanaf de jaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog is het Christuswezen voor mensen ervaarbaar geworden in de ethersferen van de aarde.
Zoals Christus zich na zijn opstandig en hemelvaart langs een innerlijke weg vooreerst aan zijn discipelen openbaarde, zo zijn er voor wie dat wakker volgt, ook nu tekenen te herkennen dat mensen langs innerlijke weg de nabijheid van Christus kunnen ervaren. Mensen in nood of mensen met een bijna-dood-ervaring vertellen steeds vaker dat zij de helpende aanwezigheid van het Christuswezen innerlijk hebben kunnen beleven. Te denken is o.a. aan het boek van Pim van Lommel, maar er worden steeds meer verhalen bekend, waarin mensen hun ervaringen met het Christuswezen delen, iets wat zich zelfs niet alleen in onze cultuur-ruime afspeelt, maar ook in landen met een niet christelijke cultuurgeschiedenis.

Nogmaals: de eerste karakteristiek blikt op het door Michaël geïnspireerde geestelijk leven en tweede karakteristiek duidt op de enorme wilsimpuls, die vanuit Michaël in de mensheid werkzaam is, in dienst van en als voorbereiding op een komende Christuswerkzaamheid. Er is in onze tijd echter een fundamenteel verschil met het eerdere, voorchristelijke Michaëlstijdperk. Toentertijd was de mensheid nog in staat om met de laatste resten van een afnemend vermogen tot helderziendheid het goddelijk-geestelijke te ervaren. Het nabijkomende Christuswezen, dat zich met de aarde zou verbinden, werd men toen nog gewaar. In onze tijd daarentegen heeft de mensheid dat vermogen tot spiritueel waarnemen en voelen verloren. Op het gebied van het geestelijk leven kan men - ook binnen officiële kerkgenootschappen - de meest rare en onware dingen tegenkomen, die de mens juist afleiden van het bewust en met een vrij denken weer verbinding leggen met het goddelijk-geestelijke.
Het andere fundamentele element van onze Michaëlstijd is het wilskarakter, dat het gehele culturele leven doortrekt. Het zuiver verstandelijke, intellectuele en zakelijke in de instituties van de maatschappij wordt stormachtig en radicaal en soms op choquerende manier afgeschud. Maar is het met wilskracht, die gepaard gaat met inzicht in het geestelijke of is het ongestuurde wil die slechts uit de chaotisch diepten van het lichamelijke organisme oprijst?

Het Ik van de mens is van geestelijke aard. Als de mens de geest vergeet, dan vergeet hij in feite zichzelf. Dan fladdert zijn Ik tenslotte krachteloos boven hem en is daarmee niet meer bij machte om in de wil van die mens in te grijpen. Zo ontstaat het gevaar, dat de mens krachtig van wil is en tegelijkertijd Ik-zwak wordt. Dan loopt men de kans - de geest vergetend - om in de nutteloze activiteit van het louter uiterlijke te verzeilen, ook al zijn die nog zo imposant.

Het michaëlische denken en handelen ontspruit uit een vrij erkennen en kennen van het geestelijke in mens en wereld. Vanuit het vrij verworven inzicht, dat het wereld-al en innerlijke kern van de mens zelf een geestelijke oorsprong hebben, kan de vrije religiositeit geboren worden. Het is de aartsengel Michaël, die de mensheid opnieuw wijst op de eigen geestelijke oorsprong. De mens was ooit gedacht als evenbeeld van God. Dat evenbeeld is verworden en verwrongen. Maar Michaëls naam betekent wel: ‘Wie is als God’. Hij bereidt nu opnieuw de verdere en toekomstige openbaringen van het Christuswezen voor.

Kunnen we in de stormen van onze tijd de werkzame impulsen van Michaël herkennen? De berichtgeving in de media komt vaak voort uit sensatiezucht. Tenslotte wordt zelfs ook de meest objectieve krant gemaakt om geld te verdienen. De reactie van politici lijkt te vaak te worden bepaald door peilingen en de angst voor zetelverlies of de hunkering naar zetelwinst. Populistische politici zijn echt niet de enige die zich daaraan schuldig maken.
Maar hebben we ook gelezen dat Bondskanselier Merkel zei dat er geen tolerantie is voor mensen die de waardigheid van andere mensen in twijfel trekken?
“Angela Merkel heeft haar besluit een week geleden duizenden vluchtelingen in Duitsland toe te laten zaterdag verdedigd. Daarmee pareerde ze de kritiek op die beslissing uit haar eigen partij. ''We hebben vorige week een beslissing genomen in een noodsituatie. Ik denk dat het de juiste was, daar ben ik van overtuigd.’’

Hebben we iets vernomen uit Paus Franciscus’ toespraak voor het Amerikaanse Congres? Ook hij riep daar onder meer op tot barmhartigheid voor vluchtelingen. Paus Franciscus drukte het congres op het hart om op ‘humane, eerlijke en broederlijke manier’ te reageren, want de VS kent het vraagstuk van de immigranten uit Zuid- en Midden-Amerika.
Ook sprak de paus over wapenhandel; hij noemde het ‘in bloed gedrenkt geld'. De Verenigde Staten domineert de internationale wapenexport en heeft het recht om wapens te dragen verankerd in de grondwet. Ook maakte hij van de gelegenheid gebruik om zich uit te spreken tegen de doodstraf, die in Amerika nog steeds wordt opgelegd.
Hij zei dat elk leven heilig is en dat de samenleving erbij gebaat is om veroordeelden weer een plek te geven.

En dat zijn maar voorbeelden van zaken die de afgelopen weken via de media tot ons kwamen. De werkelijke michaëlische impulsen zijn wellicht minder in het openbaar merkbaar.
Kunnen we vormen vinden om ook dit aan onze kinderen mee te geven?

Bron:
citaten uit: Emil Bock: 'Michaelisches Zeitalter', uitgeverij Urachaus, Stuttgart
Nederlandse vertaling: 'Michaël', uitgeverij Christofoor, Zeist