zondag 27 mei 2012

'Oh Godesgeest, oh Godesgeest'

(afbeelding: Wikipedia)

‘Ga jij vast naar boven, uitkleden, pyjama aantrekken en tanden poetsen’, zegt moeder tegen haar dochtertje. ‘Ik kom zo.’ Het meisje gaat naar boven en begint in de badkamer alvast met de voorbereidingen voor de nacht. Ze zingt er zelfs bij. Het is een zelfverzonnen lied waarin van allerlei belevingen van de dag voorbijkomen. En wanneer moeder naar boven komt, klinkt vanuit de badkamer met langgezongen uithalen en uit volle borst:

‘Oh Godesgeest, oh Godesgeest,
Ik moet je gaan zoeken,
Maar ik weet niet waar je bent....
Ik heb niet eens een adres.’


Moeder glimlacht in stilte, maar laat even later niet merken dat zij het lied heeft gehoord, zoals wijze moeders dat kunnen.
Het avondritueel voltrekt zich verder op de rand van het bed. Moeder leest nog een stukje voor en na het verhaal zingen zij samen nog het gebruikelijke avondliedje, gevolgd door een nachtzoen. Terwijl moeder over haar heen buigt zegt het meisje serieus: ‘Ik weet wel waar hij is, hoor mam’, alsof ze ervan uitgaat dat moeder haar lied in de badkamer toch ook wel gehoord zal hebben. ‘Oh ja?’ zegt moeder slechts. ‘In steen, plant en dier’, vervolgt het kind kort en met absolute zekerheid. ‘Ja’, zegt moeder, ‘hij is overal.’
Het meisje knikt en voegt er nog even aan toe: ‘Ja, en mijn engel is altijd boven mij.’ Ze zucht en draait zich op haar zij om te gaan slapen.

Moeder kan slechts bevestigend knikken en zegt verder niets. Tja, wat moet je zeggen wanneer jonge kinderen je met de grootste vanzelfsprekendheid op zulke waarheden wijzen? Misschien geeft het Lucas-evangelie ons de wijze raad, die de moeder hierboven blijkbaar als vanzelfsprekend opvolgde: ‘Maria bewaarde al deze woorden en overwoog ze in haar hart.’ (Lucas 2:19). Gelukkig vertrouwde deze moeder dit voorval ook nog even toe aan de leraar.

(afbeelding: www.natuurmonumenten.nl)