Posts tonen met het label Trinitatis - 03e zondag na. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Trinitatis - 03e zondag na. Alle posts tonen

maandag 14 juni 2010

3e Zondag na Trinitatis

Nicolaes Berchem (1620-1683) NL - Herders bij een waterval

Lucas 15 : 1 – 10 Het verloren schaap

Het vorig jaar zijn over deze perikooptekst al enkele overwegingen genoteerd. (klik hier)

De aanleiding voor de drie gelijkenissen welke gezamenlijk de tekst van het 15e hoofdstuk van het Lucas-evangelie vormen, ligt in de eerste zinnen: ‘Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de Schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ (NBV)

Julia van Andel vertaalde: ‘Steeds kwamen alle tollenaars en boosdoeners op hem af om naar hem te luisteren. Daarover morden voortdurend de Farizeeërs en Schriftgeleerden, ze zeiden: ‘Deze man ontvangt zondaars en eet met hen.’

Vlak ervoor, aan het eind van het 14e hoofdstuk wordt verhaald:
‘Grote mensenmenigten trokken met Jezus mee. Hij wendde zich tot hen en zei: ‘Wie mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn.’ (Luc.14:25-26).
Juist de Farizeeërs en Schriftgeleerden hangen als bewakers van de Joodse mysterietraditie aan de bloedsbanden en aan de Joodse wetten en gebruiken. De tollenaars en zondaars (of boosdoeners) doen dat niet en hebben misschien daardoor wel meer oog en oor voor de woorden van Jezus.
Voor hen neemt Christus het op in drie achterelkaar volgende gelijkenissen: het verloren schaap, de verloren drachme (zilveren munt) en de verloren zoon. Een drachme was wat een landarbeider als loon kreeg voor twee dagen werken.

Om ooit een geheel zelfstandig en vrij individu te worden, om door die ontwikkeling aan de kosmos ook de kracht van de liefde toe te voegen, moest de mens zich uit de goddelijke werelden afzonderen, de zondeval ondergaan. Wanneer de mens de Naam van de Vader in vrijheid en uit inzicht zal kunnen heiligen en Zijn wil zal laten geschieden, dan zal er in de goddelijke werelden blijdschap bij de engelen Gods zijn.

uit: Rudolf Steiner Das christliche Mysterium (GA 97)
voordracht Keulen, 13 februari 1906
Via een reeks van gelijkenissen worden de apostelen geleid tot het innerlijke wezen van het christendom. Bij de offerdood van Christus verscheen alles op het wereldtoneel, op historisch niveau, wat eerder plaats had in de mysteriecultus zelf, waar de leerlingen  tijdens drie dagen van symbolische dood datgene ondergingen, zoals in het evangelie Lazarus onderging. In Christus moet dat allemaal op het historische niveau verschijnen. Een mens moest van nu af aan verlost worden, wanneer hij slechts gelooft, zonder zelf ook binnen de Mysteriën te hebben kunnen kijken. Iedereen moet dat kunnen beleven, wanneer de Geest der Waarheid kwam.

uit: Rudolf Steiner Das christliche Mysterium (GA 97)
voordracht Karlsruhe, 4 februari 1907
Tot de menigte sprak de Heer veel in gelijkenissen. Wanneer Hij echter met de leerlingen alleen was, legde Hij hen deze gelijkenissen uit, want zij moesten uit de wijze verkondiging van de gelijkenissen die kracht halen, waardoor zij Zijn boodschappers konden worden, waardoor zij konden weten, hoe Hij zelf die toverkracht verkregen had, waardoor Zijn werk bestemd was om eeuwenlang verder te werken.

uit: Rudolf Steiner Das christliche Mysterium (GA 97)
voordracht München, 17 maart 1907
Wanneer Hij de Heer voor het volk was, dan sprak Hij in gelijkenissen, wanneer Hij echter met de leerlingen alleen was, dan legde Hij de gelijkenissen uit. – Er bestond gewoon een leer voor hen, die nog maar weinig konden begrijpen, voor hen tot wie slechts met aanduidingen kon worden gesproken, voor wie men nog niet overal diep op in kon gaan, en er bestond een leer die voor ingewijden was bestemd. In die zin heeft ook de grote verbreider van het christendom, Paulus, aan het volk dat geleerd, wat we uit zijn brieven kennen. Behalve deze paulinische leer, die uiterlijk voor het volk bestemd was, bestond er van hem ook een esoterische leer. Paulus heeft, iets wat de uiterlijke geschiedenis niet weet, de esoterische school in Athene gegrondvest, die onder leiding stond van Dionysius. Binnen deze esoterische school van het christendom werd aan intieme leerlingen die geheime leer medegedeeld, die u tegenwoordig door de geesteswetenschap kunt leren kennen.

maandag 22 juni 2009

3e Zondag na Trinitatis

Houtsnede van rond 1600: ovis et drachma perdita Lucas XV -
Het verloren schaap en het verloren muntstuk



Lucas 15 : 1 – 10 Het verloren schaap

Bij een eerdere perikoop -voor de 1e zondag na Trinitatis- refereerden we al aan het begin van het 15e hoofdstuk van het Lucas-evangelie, de eerste zinnen van de perikoop voor deze 3e zondag na Trinitatis. We lezen dat de Farizeeërs zich eraan ergeren dat Jezus zich ophoudt met tolgaarders en boosdoeners (zondaars staat er in andere vertalingen). Jezus gaat op hun opmerkingen in met drie gelijkenissen: ‘het verloren schaap’, ‘het verloren muntstuk’ en ‘de verloren zoon’. Deze drie gelijkenissen mogen in elkaars verlengde worden gezien. Samen vormen zij de volledige tekst van dit 15e evangeliehoofdstuk.
Door de inhoud wordt er natuurlijk geduid op de zondaars en tolgaarders, die in de ogen van de Farizeeërs geen goede mensen zijn, die God niet op de juiste manier dienen, zich niet aan de wet en de Joodse voorschriften houden. Zij lijken eigenlijk verloren te zijn. Maar wanneer hun zielen worden terug gewonnen voor God dan is er grote vreugde.
Siegward Knijpenga wijst in zijn boekje op de drie verschillende vormen van vreugde die in de drie gelijkenissen worden genoemd:

Lucas 15:7 'Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt….'

15:10 'Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.'

En in de derde gelijkenis van de verloren zoon (niet in deze perikoop) heerst en grote vreugde bij de vader. De vreugde ‘verdicht’ zich van hemel, via engelen tot de Vadergod.

Dan is er nog een ander gegeven waarop men kan letten: de getallen. De herder verliest een van zijn honderd schapen (het aantal staat in de tekst erbij). De vrouw raakt een van haar tien munten kwijt. De vader heeft twee zoons, waarvan er een vertrekt. Het is alsof er ook op deze manier in de drie gelijkenissen naar een climax wordt toegewerkt: een van honderd, een van tien en een van slechts twee.

In een eerdere notitie werd Emil Bock ook al aangehaald, die aantoont dat de gelijkenissen in het evangelie volgens Lucas qua thema steeds ademend heen en weer pendelen tussen het thema ‘liefde’ en het thema ‘gebed’, ofwel tussen het in de wereld handelen en het zoeken van de stilte van het meditatieve moment. De gelijkenis van het verloren schaap gaat over de daden van de herder en zijn van liefde vervulde mentaliteit. De gelijkenis van de verloren penning gaat juist niet over het handelen in de buitenwereld uit de liefde maar over het gebed, ofwel het verzorgen van het innerlijk leven. Wanneer deze twee gelijkenissen hetzelfde thema zouden hebben dan zou de liefde voor het veloren geldstuk een merkwaardige gelijkenis vormen, waarmee de begeerte naar bezit van geld zou kunnen worden goedgekeurd. Dat misverstand heeft overigens in de christelijke geschiedenis voor wantoestanden gezorgd doordat mensen de evangelietekst inderdaad als excuus voor commerciële en egoïstische doelen gebruikten. Het geldstuk waarnaar gezocht wordt representeert echter de innerlijke kern in de mens. In dat licht is het niet vreemd dat de vrouw naar dat geldstuk blijft zoeken. Wanneer je in de wereld wil werken en uit liefde goede daden wilt verrichten, moet je tegelijkertijd het innerlijk leven verzorgen. Anders verlies je de krachten om het liefdewerk vol te houden.

Bronnen:
Siegward Knijpenga: Wie is mijn naaste?
Emil Bock: Van de Jordaan tot Golgotha, hoofdstuk 5 – Christus de leraar