woensdag 25 november 2009

1e zondag van de Advent (2)

Ghirlandaio: De engel verschijnt aan Zacharias


Lucas 1 : 5 - 25

Deze perikoop begint met de aankondiging door de engel Gabriël van de geboorte van Johannes aan Zacharias. We moeten ons ervan bewust zijn dat Johannes de Doper een familielid van Jezus was. De naam van zijn vader Zacharias betekent: ‘Herinnerd door Jahweh’. Dat kan de kinderen ook verteld worden. Men kan de link leggen tussen het Sint-Jansfeest en Kerstmis, tussen het bezoek van de engel Gabriël aan Maria en dit bezoek aan Zacharias.

De moeder van Johannes is Elisabeth, een nicht van Maria en zij wordt ook in het Oberufer Kerstspel genoemd. Elisabeth is een Aäronsdochter, wat betekent dat zij ook uit een priesterfamilie komt, de zogenaamde Cohenin. Haar naam betekent ‘Eed van God’ (de lettergreep ‘El’= God). De naam Johannes betekent ‘God is genadig’.

Zacharias brengt het wierookoffer op de feestdag van Jom Kippoer. Dat was de enige dag in het jaar, dat de hogepriester de allerheiligste plaats in de tempel te Jeruzalem betrad, om te pleiten voor Gods volk. Het feest wordt beschreven in Tenach en dus de Bijbel, in het boek Numeri (Bamidbar) 29:7. Voluit heet het feest Jom ha-Kippoeriem, ofwel Dag van de Vergevingen.

In het donkere Heiligste der Heiligen, waar de Ark stond opgesteld en Gods aanwezigheid werd beleefd, brengt Zacharias dus in stilte en alleen het reukoffer. Dan verschijnt hem de aartsengel Gabriël. (Gabri-El bekent: ‘Mijn kracht is God’ of ‘Man van God’ of ‘Krijger van God’)
De aartsengel Gabriël is de leidende engel bij elke geboorte. In de kring van jaarfeesten leidt hij de tijd van Kerstmis tot Pasen. In die tijd wordt de uiterlijke natuur weer tot leven gewekt. Maar ook dan leidt Gabriël de zielen, die in een jaar geboren zullen worden, de sfeer van de maan binnen, waar zij wachten op het tijdstip van hun geboorte.

‘En de engel antwoordde en zeide tot hem: Ik ben Gabriël, die voor Gods aangezicht sta, en ik ben uitgezonden om tot u te spreken en u deze blijde mare te verkondigen.’ (Lucas 1:19)
De Nieuwe Bijbel Vertaling schrijft: ’De engel antwoordde: ‘Ik ben Gabriël, die altijd in Gods nabijheid is, en ik ben uitgezonden om je dit goede nieuws te brengen.’ Het is maar waar je van houdt.

De aartsengel verkondigt aan Zacharias ook al dat het kind een incarnatie zal zijn van de profeet Elia. De Joden verwachtten dat Elia de weg zou voorbereiden voor de komende Messias en voor diens komst wedergeboren zou worden. De naam ‘Elia’ (El-ia) betekent ‘Mijn God is JHWH’.
Het evangelie volgens Lucas geeft aan dat het Joodse volk verwachtte dat de profeet Elia terug zou keren op aarde, om de weg voor te bereiden voor de komende Messias, de reïncarnatiegedachte:
'Als bode zal hij voor God uit gaan met de geest en de kracht van Elia om ouders met hun kinderen te verzoenen en om zondaars tot rechtvaardigheid te brengen, en zo zal hij het volk gereedmaken voor de Heer.’ (Lucas 1:17)