vrijdag 30 januari 2015

Alexander de Grote, de koning en zijn goddelijke begeleidster

Tempel van Artemis in Efeze

Alexander de Grote, de koning en zijn goddelijke begeleidster 
een verhaal van Irene Johanson

Lang voordat Gods zoon Christus op de aarde geboren werd, leefde hij in de onzichtbare wereld van het hemelrijk. Van daaruit nam hij waar wat er op aarde plaatsvond. De Godszoon beschikte over vele hemelse helpers, die alles deden wat Hij hen voorlegde. De mensen op aarde noemden deze helpers hun goden en godinnen en zij aanbaden deze ook.
Zo was er een godin met de naam Artemis. Aan haar had de Godszoon de opdracht gegeven om toe te zien, dat alle wezens op aarde -de planten, dieren en mensen- op de juiste tijd hun vruchten zouden dragen, jongen werpen of kinderen krijgen, zodat alles wat Hij ooit geschapen had verder zou kunnen leven. De mensen hadden voor de godin Artemis in Efeze, een stad aan de zee, een speciale tempel gebouwd. Daar gingen de mensen heen om tot Artemis te bidden. Zij brachten er vruchten en jonge dieren als offergeschenk en zij hielden er ritmische reidansen en zongen feestelijke gezangen, opdat Artemis de vruchtbaarheid bij planten, dieren en mensen zou blijven behoeden.

De godin had echter ook vijanden. Dat waren mensen, die zich niet tot haar wilden richten. Artemis liet de mensen namelijk precies weten, wanneer zij het best op jacht konden gaan of wanneer de dieren in het woud bescherming nodig hadden, zodat die hun jongen groot konden brengen. De vijanden van de godin zeiden: ‘Wij gaan op jacht wanneer wij dat zelf willen en wanneer wij dat zelf leuk vinden’, en zij hielden geen rekening met de jonge wilde dieren in het woud. Artemis liet de mensen ook weten welke vruchten zij op hun akkers moesten zaaien. En menigmaal vertelde zij ook dat een akker een jaar lang met rust moest worden gelaten opdat het land niet uitgeteerd zou raken en onvruchtbaar zou worden. Haar vijanden zeiden echter: ‘Wij beplanten onze akker met wat we zelf willen, zodat we met de oogst goede handel kunnen maken en er veel geld mee kunnen verdienen.’

Alle mensen die Artemis vereerden, die naar haar luisterden en haar trouw bleven, werden door de vijanden bedreigd of aangevallen. De vijanden waren vaak veel sluwer dan de dienaren van Artemis. ‘Wij hebben helemaal geen goddelijke raad van de godin nodig. Wij kunnen zelf denken’, zeiden zij.
Er was één mensenziel, die door de godin zeer werd lief gehad. Deze mensenziel kon ook zelf denken, zij kon zelfstandig en vrij beslissingen nemen over wat zij zou willen doen, en zij was daarbij niet tegen Artemis, ook niet tegen de andere goden en zeker niet tegen de Godszoon. Zij was in harmonie met alle goden, wilde hetzelfde als de goden, en wilde het daarbij ook nog eens allemaal helemaal zelfstandig doen. Maar deze mensenziel was nog niet op aarde geboren. Zij vertoefde nog in de hemelse wereld, maar binnen korte tijd zou deze ziel op aarde geboren worden. Vaak, wanneer de vijanden van de godin weer veel kwaads tegen haar deden, de haar getrouwe mensen hadden mishandeld of zelfs gedood, dan kwam Artemis tot deze mensenziel en besprak dit alles met haar. ‘Wanneer ik eenmaal op aarde geboren ben, dan wil ik alle mensen beschermen’, sprak deze ziel tot haar. ‘Dan zul jij op aarde de naam Alexander krijgen’, sprak de godin, ‘dat betekent Beschermer van Mensen.’ ‘Ik wil ook de mensen op de hele aarde laten zien, dat de mens alleen dan werkelijk vrij kan zijn, wanneer hij daarbij tegelijk ook de goden wil dienen, bijvoorbeeld jou, Artemis en ook de Godszoon die eens zelf op aarde zal komen.’ ‘Dat zul je eenmaal aan de mensen in het oosten en het westen tonen en daarom zal eens de halve wereld aan jou toebehoren’, zo sprak de godin. ‘Ik wil de mensen tonen, dat mensen nooit te oud zijn om iets bij te leren’, sprak de ziel. ‘Dan zul jij een leerling worden van de grootste leraar aller tijden’, beloofde Artemis deze ziel. Zo sprak deze mensenziel met Artemis in de tijden voordat zij op aarde geboren werd.

Artemis, godin van de jacht
Op een dag ontwaarde de godin Artemis op de aarde een edele heerser, die over Griekenland regeerde. Deze koning hield veel van paarden en hij bezat er vele honderden. Met recht droeg deze heerser zijn naam Philippos, wat Paardenvriend betekent. Toen Alexander deze heerser vanuit de hemelwereld waarnam, hoe deze een wild paard bereed, dacht hij: ‘Zoals deze mens een paard kan temmen en het kan leiden waarheen hij wil, zo wil ik op aarde alles leren temmen wat wild is, zodat het alle goden en de Godszoon dienen kan. Deze man op zijn wilde paard zou mijn vader moeten zijn.
En zo gebeurde het ook, koning Philippos van Griekenland werd zijn vader en de mensenziel werd op aarde geboren als de koningszoon Alexander. Toen het uur van zijn geboorte was aangebroken, verliet Artemis haar tempel in Efeze om Alexander te begeleiden bij zijn geboorte op aarde. In deze nacht waakte er dus niemand over de tempel. De vijanden van de godin zagen daardoor kans om heimelijk haar tempel binnen te dringen en daar brand te stichten. De tempel stond binnen een ogenblik in lichterlaaie en niets bleef ervan over als slechts smeulende puinhopen. Toen had Artemis geen tempel meer. Maar zij had een mens op aarde die zij kon helpen, zodat alles in vervulling zou gaan wat zij in de hemelse wereld aan deze mensenziel had beloofd.

Toen Alexander klein was en nog niet kon lopen en praten kwam Artemis dagelijks naar hem toe. Zij hielp hem om alles wat een klein kind nog niet kan te leren. Maar vanaf het moment dat hijzelf door het paleis liep en ook begon te praten, merkte hij niet meer wanneer Artemis bij hem was en tegen hem wilde spreken. ‘Ik moet hem geven, wat ik hem beloofd heb. Dan zal hij mijn aanwezigheid weer ervaren’, zo dacht Artemis. 
Alexander de Grote
Toen hij vijf jaar oud was, zorgde zij er voor, dat Alexander erbij was toen een merrie een jong veulen wierp. Het veulen was zwart met een kol op het voorhoofd in de vorm van witte driehoek. ‘Dit paard zal aan jou toebehoren, Alexander’, zo sprak zijn vader Philippos. Toen herinnerde Alexander zich Artemis weer en hoe hij zich eens had voorgenomen om al het wilde in de wereld te temmen als een paard, zodat het de goden dienen kan. Het lukt hem het veulen te temmen en steeds wanneer hij het bereed voelde Alexander de nabijheid van Artemis. Zij zorgde ervoor dat de koningszoon Alexander de beste leraar van de toenmalige wereld kreeg toebedeeld, een leraar wiens boeken de mensen tegenwoordig nog steeds bestuderen en van wie de mensen nog steeds leren. Hij heette Aristoteles.

Aristoteles
Artemis zorgde ervoor dat Alexander de halve wereld tot zijn koninkrijk maakte. En steeds reed hij op zijn zwarte paard met de witte driehoek op het voorhoofd. Alexander reisde door zijn rijk en kwam in Egypte, Perzië en tot in India. De bevolking van die gebieden noemde hem Alexander de Grote. Hij bezocht in die gebieden ook alle tempels en mysterieplaatsen van de verschillende goden. Zo kwam het dat hij de mensen kon tonen, hoe men de Godszoon kan dienen alsmede de Hem dienende en helpen goden en godinnen, terwijl men daarbij tegelijk ook vrij spreken en vrij handelen kan. Hij werd de Beschermer van Mensen, die de aarde liefhebben, haar planten en dieren, en die zich verheugen over wat Artemis hen laat weten wat voor de aarde goed en juist is.

Voor de godin Artemis werd een kleine tempel gebouwd.En toen alle beloftes, die Artemis aan de koning Alexander had gedaan, waren vervuld, dankte hij haar zeer. En aan het einde van zijn leven keerde zijn ziel terug naar de hemelse wereld.

uit: Irene Johanson: Jeder Mensch birgt sein Geheimnis
Ogham Verlag Stuttgart ISBN 3-88455-854-4

Het Rijk van Alexander de Grote