maandag 6 april 2009

Pasen

Giotto di Bondone: Christus verschijnt aan Maria Magdalena

Marcus 16 : 1 – 8 (Paaszondag) Mattheüs 28 : 1 -10 (Paasmaandag)

Hij is opgestaan

Het is niet eenvoudig om voor deze weblog in het kort iets te schijven over het allergrootste mysterie dat op aarde heeft plaatst gevonden op en rond Golgotha. Via het christendom in het westen heeft vooral het lijden van Jezus Christus een plaats in de cultuur gekregen, terwijl in de oosterse kerk juist de opstanding van Christus gevierd wordt. Zoals hier de Matthäus Passion van Bach of Jesus Christ Superstar bij iedereen sporen op het netvlies of trommelvlies hebben achtergelaten, klinkt in het oosten elke Paasmorgen juist het: “De Heer is waarlijk opgestaan”.
Alle mysteriën van de Oudheid hebben juist naar deze laatste gebeurtenis uitgekeken. Nog teruggrijpend op Palmpasen kunnen we misschien zeggen dat op die laatste zondag (Palmzondag) de Oude Mysteriën hun vervulling kregen: Het Zonnewezen trok nu zelf ‘de stad’ binnen. Bij de verrijzenis, op de zondag een week later, begonnen de Nieuwe Mysteriën. Toen begon ‘de Christustijd van de mensheid’, zoals het in de Kersthandeling klinkt. Met de antroposofie heeft Rudolf Steiner de mensheid, welke langzamerhand de bewustzijnziel verder zal ontwikkelen, de handvatten gegeven om tot het begrijpen van deze gebeurtenissen te komen.

Het allerhoogste en grootste Zonnewezen had zich verbonden met een mensenlichaam. Dat gebeurde bij de Doop in de Jordaan. Een wezen zo groot als, misschien zelfs groter dan, de zon belichaamde zich in een klein mensenlichaam, in verhouding nog kleiner dan het oog van een naald waarin een draad zou moeten worden gestoken. De geestelijke zonnekracht van dit Wezen doorstraalde eerst dit lichaam van Jezus van Nazareth gedurende de drie jaren na de doop. In de perikopen hebben we kunnen volgen dat langzaamaan en stap voor stap de kracht van dit Zonnewezen ook zijn werking deed gelden in de omgeving: eerstens in de wereld van het astrale, dan in de wereld van het etherische, uiteindelijk zou ook de fysieke substantie geheel en al doordrongen worden met zonnekracht. Je zou kunnen zeggen dat in de drie jaren na de Doop in de Jordaan het Zonnewezen, de Wereldgeest, eerst van binnenuit het lichaam van Jezus van Nazareth doorlichtte en doorstraalde, waardoor dat lichaam, wat al op een wonderbaarlijke manier was voorbereid, gezuiverd werd van de invloeden van Lucifer, d.w.z. van de zondekrankheid aan het lichamelijke wezen van de mens als gevolg van de zondeval, en van Ahriman.
Op de Stille Zaterdag, nadat Zijn lichaam in het graf was verzonken, drong de Christuskracht door tot in het diepste van de aarde zelf, vanaf dan dus doordrong Zijn zonnekracht de buitenwereld van de aardeplaneet. Hij overwon de krachten die in de aarde dood veroorzaken en Hij verloste daarmee ook de in het fysieke verstrikt geraakte mensenzielen.

Fra Angelico: Afdaling ter Helle

De Wereldgeest doordrong met Zijn zonnekrachten de geestelijke/fysieke aarde. De Christusgeest was echter ook diep doorgedrongen tot in zelfs de chemische substanties, tot in het beenmerg van het skelet van Jezus van Nazareth en Hij transformeerde het. Zo werd Zijn lichaam tot het opstandingslichaam. Het werd weer een mensenlichaam zoals het oorspronkelijk door de Goden bedoeld en gedacht was. Daarna deed Hij hetzelfde met de fysieke substantie van de planeet aarde. Met het bloed dat vloeide vanaf het kruis op Golgotha en door het lichaam dat verzonken was in het graf werd de aardesubstantie doordrongen van Zijn kracht. Daarmee werd de aarde het lichaam van de Zonnegeest.
Vanuit de fysiek-geestelijke substantie vindt er vervolgens weer een helende werking plaats op de etherische omhulling van de aarde, van waaruit de Wereldgeest vanaf de Hemelvaart werkzaam is.