woensdag 25 november 2009

1e zondag van de Advent (1)

Raphael Santi: Sixtijnse Madonna

De 1e zondag van de Advent luidt ook het begin van het nieuwe kerkelijk jaar in. Op de vier Adventzondagen heeft men de mogelijkheid om de perikoopgedeelten te lezen, zoals die zijn aangegeven op de rondgestuurde lijst. Op verschillende scholen is het gebruik om daarvan af te wijken en in de plaats daarvan het eerste hoofdstuk van het evangelie volgens Lucas te lezen, verdeeld over de vier verschillende Adventzondagen.
Bij de teksten van deze twee mogelijkheden zullen wij op deze weblog een notitie publiceren. (zie 2e bijdrage)

====

Mattheüs 21 : 1 – 11 De intocht in Jeruzalem


De perikoop beschrijft de intocht in Jeruzalem uit het evangelie volgens Mattheüs. Om dit te lezen aan het begin van de Advent kan vreemd lijken totdat men de tekst meer op het niveau van de beeldentaal tot zich door laat dringen. Een gewaardeerd oud-collega heeft ons op dit spoor gezet. Men zou de beschrijving over de intocht in Jeruzalem namelijk kunnen zien als een beeld voor het geestelijke proces dat zich afspeelt bij de conceptie, ofwel wat er op geestelijk niveau gebeurt wanneer een mensenziel zijn geboorte voorbereidt.

De Perikooptekst begint met de zin: 'Toen zij nu Jeruzalem naderden en in Bethfage kwamen,...'
De naam Bethfage betekent ‘huis van onrijpe vijgen’. Dat mag een beeld zijn voor de moederschoot.
De stad (in dit geval Jeruzalem) is in dit soort teksten veelal een beeld voor het fysieke lichaam, hier van de toekomstige fysieke omhulling van het kind dat afdaalt om geboren te worden.
De ezel is een ander beeld voor het fysieke lichaam. De ezel wordt bekleed met mantels.
De takken op de weg mogen worden opgevat als een verwijzing naar de levenskrachten van de nieuwe boreling, ofwel het etherlichaam.

'Toen hij Jeruzalem binnentrok, kwam de gehele stad in opschudding…'
Het moederlichaam komt ook in opschudding wanneer de zwangerschap aanbreekt.

Dan volgt tenslotte de vraag: 'Wie is hij?' Dat vragen ook ouders zich in heilige schroom af wanneer er een geboorte op komst is: “Wie is hij, die geboren gaat worden en tot ons komt?”

Rudolf Steiner vertelde dat de incarnerende individualiteit zich eerst met een astraallichaam omhuld, dat hem als twee vleugels (de krachten van antipathie & sympathie) naar de aarde begeleidt. In de maansfeer wordt uit de wereldether het nieuwe etherlichaam gevormd, waarin ook oud karma wordt ingeweven.

Bij de bespreking met de leerlingen in de les religieuze oriëntatie zou men eventueel een reproductie van de Sixtijnse Madonna erbij kunnen nemen en laten zien.
De twee leerlingen, die Jezus vooruit stuurt, zou men bij de Sixtijnse Madonna kunnen herkennen als de figuren links en rechts, die de ziel vanuit hemelse rijken de weg wijzen naar de geboorte op aarde: Paus Sixtus en Sint Catherina.
Het beeld van ‘Het Kind’ is op te vatten als beeld voor het Ik van de mens. Daarnaast staat het beeld van de vrouw meestal voor de mensenziel (astraallichaam).
Paus Sixtus: antipathiekrachten, Catherina: sympathiekrachten.

Ook met jongere kinderen kan men het beeld van de Sixtijnse Madonna als beeld behandelen van de voorbereiding van de geboorte van specifiek het Christuskind. Twee figuren wijzen het Christuskind de weg vanuit de hemel naar de aarde. Men kan de kinderen eens bewust wijzen op de kinderkopjes in de wolken achter de gordijnen op het schilderij. Daar zijn alle zielen van de nog ongeboren kinderen zichtbaar, die wachtend achterblijven tot de tijd dat zij de aarde zullen betreden. Zij volgen het Kerstkind op Zijn reis naar de geboorte, maar zo gebeurt dat ook bij de geboorte van ieder mensenkind. De zielen van de gestorven mensen wijzen de weg.
Wanneer de kinderen het verhaal van Het Gouden Huis kennen en/of Het Gouden Kistje, kan ook daaraan gerefereerd worden.
(Herbert Hahn: Bronnen van de ziel - uitgave VPC)