vrijdag 18 april 2014

Stille Week - zaterdag

Duccio di Buoninsegna: graflegging
Graflegging
Het was voorbereidingsdag, en de Joden wilden voorkomen dat de lichamen op sabbat, en nog wel een bijzondere sabbat, aan het kruis zouden blijven hangen. Daarom vroegen ze Pilatus of de benen van de gekruisigden gebroken mochten worden en of ze de lichamen mochten meenemen. Toen braken de soldaten de benen van de eerste die tegelijk met Jezus gekruisigd was, en ook die van de ander. Vervolgens kwamen ze bij Jezus, maar ze zagen dat hij al gestorven was. Daarom braken ze zijn benen niet. Maar een van de soldaten stak een lans in zijn zij en meteen vloeide er bloed en water uit. Hiervan getuigt iemand die het zelf heeft gezien, en zijn getuigenis is betrouwbaar. Hij weet dat hij de waarheid spreekt en wil dat ook u gelooft. Zo ging de Schrift in vervulling: ‘Geen van zijn beenderen zal verbrijzeld worden.’ en andere schrifttekst zegt: ‘Zij zullen hun blik richten op hem die ze hebben doorstoken.’ (Joh.19:31-37)

De mensen die voor het schouwspel samengekomen waren en de gebeurtenissen hadden gadegeslagen, keerden terug naar huis, terwijl ze zich op de borst sloegen. Alle mensen die Jezus gekend hadden waren op een afstand blijven staan, ook de vrouwen die hem vanuit Galilea gevolgd waren en alles hadden zien gebeuren. (Luc.23:48-49)

Toen de avond gevallen was, arriveerde er een rijke man die uit Arimatea afkomstig was. Hij heette Josef en was ook een leerling van Jezus geworden (Matt.27:57). Hij was lid van de Hoge Raad, een goed en rechtvaardig mens, die de komst van het koninkrijk van God verwachtte en niet had ingestemd met het besluit en de handelwijze van de raad (Luc.23:50). Hij meldde zich bij Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Hierop gaf Pilatus bevel het aan hem af te staan. (Matt.27:58)

Pilatus gaf toestemming en Josef nam het lichaam mee. Nikodemus, die destijds ’s nachts naar Jezus toe gegaan was, kwam ook; hij had een mengsel van mirre en aloë bij zich, wel honderd litra. Ze wikkelden Jezus’ lichaam met de balsem in linnen, zoals gebruikelijk is bij een Joodse begrafenis. Dicht bij de plaats waar Jezus gekruisigd was lag een olijfgaard, en daar was een nieuw graf, waarin nog nooit iemand begraven was. (Joh19:38-41)

De vrouwen die met Jezus waren meegereisd uit Galilea, volgden Josef naar het graf om het te bekijken en om te zien hoe Jezus’ lichaam er werd neergelegd. (Luc.23:55)

Toen rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. Maria uit Magdala en de andere Maria bleven achter, ze waren tegenover het graf gaan zitten. (Matt.27:60-61)

Daarna gingen ze naar huis en bereidden ze geurige olie en balsem. Op sabbat namen ze de voorgeschreven rust in acht. (Luc. 23:56)

------------------------------------------------------------------------------

Crucifixus etiam pro nobis sub Pontio Pilato,
passus et sepultus est.

Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus
werd voor ons gekruisigd, is gestorven en begraven.

De Christus Jezus heeft onder Pontius Pilatus de kruisdood geleden
En werd in het graf van de aarde verzonken.

In de dood werd Hij de bijstand der gestorven zielen,
Die hun goddelijk zijn verloren hadden.
Toen overwon Hij de dood na drie dagen.

Duccio di Buoninsegna: Nederdaling ter helle