maandag 20 september 2010

17e zondag na Trinitatis

Rudolf Steiner: de Mensheidsrepresentant
Goetheanum, Dornach (CH)



Lucas 14:1–11 Genezing van een waterzuchtige

In de bijdrage uit 2009 (klik hier) is vanuit een bepaald gezichtspunt al uitgebreid ingegaan op de perikooptekst voor de 17e zondag na Trinitatis. Wanneer men in evangelieteksten vooral op details let kan men tot verrassende inzichten komen. In dit fragment is het bijvoorbeeld al van belang dat de genezing op de sabbat plaatsvindt, net zoals de genezing in het voorafgaande hoofdstuk van het Lucas-evangelie (13:10-17). Men ziet dat Christus de Joodse wet niet slechts naar de letter neemt, maar de morele inhouden juist vertaalt in praktische handelingen. Dat houdt Hij de schriftgeleerden en Farizeeërs dan ook voor in zijn antwoorden. Hij zet hen eigenlijk klem.

En zie, er stond een waterzuchtig mens vóór Hem. En Jezus antwoordde en zeide tot de wetgeleerden en Farizeeën, zeggende: Is het geoorloofd op de sabbat te genezen of niet? En zij hielden zich stil. En Hij vatte hem bij de hand en Hij genas hem en liet hem gaan. En Hij zeide tot hen: Als een zoon of een os van iemand van u in een put valt, wie zal hem er dan niet terstond uittrekken (ook) op de sabbatdag. En zij waren niet in staat iets daartegen in te brengen. (Luc. 14:2-6) (NBG-vertaling)

Uit de bijdrage uit 2009 kan ook worden gelezen over de samenhang met de passage uit Lucas 13, waarin over die andere genezing op een Sabbat wordt verteld, namelijk van een kromme vrouw.

Hij was bezig te leren in een der synagogen op sabbat. En zie, er was een vrouw, die reeds achttien jaren een geest van zwakheid had en verkromd was en zich in het geheel niet kon oprichten. Toen Jezus haar zag, sprak Hij haar toe en zeide tot haar: Vrouw, gij zijt verlost van uw zwakheid; en Hij legde haar de handen op, en terstond richtte zij zich op en zij verheerlijkte God. (…) Huichelaars, maakt ieder van u niet op de sabbat zijn os of zijn ezel van de kribbe los en leidt hem weg om hem te laten drinken? (Luc. 13:10-15) (NBG-vertaling)

In deze twee gedeelten uit het Lucas-evangelie gaat het om het vinden van het evenwicht tussen krachten die los en week willen maken, vervluchtigen, en krachten die de tendens tot verharding hebben, verschraling en verschrompeling teweeg brengen. Deze zogenaamde luciferische en ahrimanische krachten zijn werkzaam in de ziel van de mens en kunnen daardoor ook de constitutie beïnvloeden, zoals we hier zien tot in het pathologische. Wanneer de mens de Christuskracht in zijn ziel opneemt, kan hij het evenwicht leren bewaren tussen de invloed van Ahriman (verdroogd en krom worden) en Lucifer (te waterig worden).

Rudolf Steiner vertelt in een van de voordrachten:
Midden in de wereld van het Oude Testament komt het Christendom op. Met de persoon van Christus Jezus treedt het in de wereld. Laten we kijken naar de verschijnselen die er zijn gebeurd binnen de wereld van het Oude Testament, wanneer het Christendom geboren wordt. We zien hoe die wereld uiterlijk in twee van elkaar gescheiden stromingen leeft: in de stroming van de Farizeeërs en de stroming der Sadduceeërs. In principe is het noodzakelijk om deze zaken vanaf nu in een nieuw licht te bezien. Wanneer we ons voor de geest halen de manier waarop we kijken naar de individuele ontwikkelingsweg die de enkele mens gaat en de weg die de hele mensheid door het gehele aardebestaan aflegt, dan worden deze wegen voor ons steeds duidelijker, wanneer we alles als een evenwichtstoestand tussen het luciferische en ahrimanische opvatten. Maar dat zijn slechts de namen die wij gebruiken. Een besef van het bestaan van het luciferische, het ahrimanische en de evenwichtstoestand daartussen, was in de diepe natuur van de mensheid altijd al voorhanden. Eigenlijk is het element van de Farizeeërs met haar tegenstelling tot de Sadduceeërs binnen de oude Hebreeuwse ontwikkeling niets anders dan de tegenstelling tussen het ahrimanische en het luciferische. Als evenwicht is daartussen geplaatst Christus Jezus, die in de uiterlijke wereld binnentreedt. Hij verschijnt in de uiterlijke wereld op juist die plaats, waarvan het innerlijke karakter tot aan het Mysterie van Golgotha werd bepaald doordat juist op deze plaats de tempel van Salomo was gebouwd. In zekere zin kan men de hele essentie van Salomo’s tempel alleen begrijpen, wanneer men tegelijk leert inzien dat deze tempel opgevat kan worden als tegenstelling tot het christendom. Het is bekend, dat hij al snel na het ontstaan van het christendom vernietigd werd voor het uiterlijke bestaan.
uit: Rudolf Steiner Wie kann die Menschheit den Christus wiederfinden? (GA187)
2e voordracht Dornach, 24 december 1918